Wat is mijn taalniveau?
De Raad van Europa heeft een eenduidige niveauindeling op het gebied van taalkennis ingesteld. Op deze manier is gemakkelijk te zien wat het niveau van uw taalkennis of van de werknemers van een bedrijf. Hieronder vind u een globale aanduiding.
Niveau indeling volgens het Europees Referentiekader
- A1, Overleving
de deelnemer kan:
- In vertrouwde situaties eenvoudige informatie en instructies verstaan als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt;
- Op simpele wijze reageren, vragen stellen en beantwoorden, op voorwaarde dat de gesprekspartner bereid is om te helpen;
- Zichzelf aan anderen voorstellen, persoonsgegevens verstrekken en eenvoudige mededelingen over werk, familie, familie, het weer ect.;
- Delen begrijpen van korte opschriften, berichten en mededelingen over een bekend onderwerp;
- Persoonsgegevens weergeven op briefjes en formulieren.
- B1, Onafhankelijkheid
De deelnemer kan:
- De belangrijkste details begrijpen van een groot aantal gesproken teksten over alledaagse en beroepsmatige onderwerpen;
- Zelfstandig het gesprek gaande houden in alledaagse situaties, ook in de beroepsmatige sfeer;
- Ervaringen, gebeurtenissen, processen en projecten beschrijven en kort meningen en plannen toelichten;
- De essentie en relevante details begrijpen uit standaardteksten over bekende zakelijke en niet-zakelijke onderwerpen;
- Een eenvoudige, goedlopende brief of tekst produceren over een bekend onderwerp, gebaseerd op alledaagse routine.
- C1, Integratie
De deelnemer kan:
-
- De meeste details van gesproken teksten begrijpen en de achterliggende gedachte ervan herkennen;
- Flexibel en effectief omgaan met de taal in sociale en beroepsmatige situaties, zonder naar woorden te moeten zoeken;
- Voor toehoorders een duidelijk gestructureerde en gedetailleerde gesproken tekst produceren, ook over abstracte onderwerpen;
- De details en nuances begrijpen van een grote variatie aan geschreven teksen, zonder moeite te hebben met de lengte en complexiteit ervan;
- Met zeer weinig fouten een duidelijke, gedetailleerde geschreven tekst produceren, ook over een specialistisch onderwerp
- A2, Samenwerking
De deelnemer kan:
-
- De hoofdzaken en enkele details verstaan in spontane gesprekken over concrete zaken;
- Een korte conversatie voeren over zowel zakelijke als niet-zakelijke alledaagse kwesties, ook aan de telefoon;
- In eenvoudige bewoordingen aspecten van de eigen achtergrond en de onmiddellijke omgeving beschrijven;
- De essentie begrijpen van eenvoudig geschreven brieven, bedrijfsinformatie, krantenartikelen en andere teksten over een bekend onderwerp;
- Zich op eenvoudige wijze uitdrukken in een beperkt aantal tekstvormen.
- B2, Interactie
De deelnemer kan:
- Discussies tussen 3 of 4 deelnemers volgen en een grote variatie aan gesproken teksten begrijpen, ook als er sprake is van omgevingslawaai;
- Zo spontaan converseren dat een uitwisseling met moedertaalsprekers voor beide partijen weinig extra inspanning met zich meebrengt;
- Een actieve rol spelen in overlegsituaties en met voorbereiding presentaties geven;
- Tot in detail een redelijk ingewikkelde tekst begrijpen, met inbegrip van technische beschrijvingen uit het eigen vakgebied;
- Diverse soorten zakelijke en niet-zakelijke teksten opstellen, die ter correctie worden voorgelegd aan een moedertaalspreker.
- C2, Perfectie
De deelnemer kan:
- Alles wat hij/zij hoort of leest gemakkelijk begrijpen zonder een woordenboek te hoeven gebruiken;
- Zichzelf vloeiend en precies uitdrukken, nuances in betekenis aanbrengen en tal van idiomatische verbindingen en uitdrukkingen toepassen;
- Bij diverse gelegenheden zowel voorbereid als onvoorbereid spreken in het openbaar over complexe onderwerpen;
- Met een zeer grote mate van accuratesse zeer uiteenlopende soorten teksten opstellen en redigeren.